Omdat we vanaf 1 augustus een maand bijna fulltime gaan werken omdat 2 collega’s op vakantie gaan hebben we er voor gekozen om vorig weekend nog een weekendje weg te gaan. Omdat ik gehoord had dat de grotten in Karamea erg mooi waren en we de vorige keer , toen we de Heaphy Track begonnen niets van de verdere omgeving hebben gezien hebben we besloten daar heen te gaan. Hoewel het hemelsbreed niet ver weg is (20 minuutjes vliegen in een minivliegtuigje) moet je met de auto om het Kangaruni National Park heen en is het 320 km of bijna 5 uur rijden. Wel een hele mooie tocht door de bergen en langs de Buller Rivir tot Westport aan de westkust. We hebben dus al even de route verkend (per auto) die we in februari met Leo en Nelly gaan lopen (Buller [halve] marathon). In Westport hebben we even de benen gestrekt en geluncht voor we de laatste 100 km terug naar het Noorden reden. Karamea is een plaatsje met 600 inwoners. Dat betekent dat iedereen blijkbaar blij is een fris gezicht te zien en de tijd neemt om even een praatje te komen maken. Zowel bij het bureau waar we de gids voor de grottentocht hadden gehuurd als op straat of in de lokale pub en hotel (waar Rob het gevoel had midden in de Flying doctor serie te zitten en ieder moment verwachte Jeff en Kate binnen te zien komen). Al met al heel anders dan bij ons stijve Hollanders maar het gaf ons wel een heel welkom gevoel.
Vrijdags werden we om 9 uur opgehaald door de gids met auto en naar de Operara Parking gereden, vanwaar we door een schitterend oerbos naar de Honneycomb Cave liepen. Eerlijk gezegd heeft het bos meer indruk op me gemaakt dan de grot, maar al met al was het zeer de moeite waard. De gids legde van alles uit over de lokale begroeiing en soorten bomen in het bos en later in de grot over de verschillende soorten steen en de skeletten van Moa’s, een soort struisvogels die 500 jaar geleden zijn uitgestorven , maar waarvan de botten volop in de grot te vinden zijn.
Na weer teruggelopen te zijn naar de parkeerplaats met picknick tafels kregen we een heerlijke lunch voorgeschoteld. Voldaan konden we daarna aan het 2e deel van de tocht beginnen naar de arches, natuurlijke bogen van zandsteen die over de Operara river lopen. Een heel bijzonder gezicht met het bruine rivierwater (door tanine uit de bladeren) en de prachtige bomen boven op de stenen boog en aan beide kanten van het water.
De volgende dag zijn we zelf op stap gegaan en hebben een tocht langs de Operara River kloof gelopen en zijn vervolgens afgebogen om een oude goud-zoek-plaats te bezoeken. Je moest wel veel moeite doen om goud te vinden in die tijd want je moest een pad door het bos maken, water omleiden en een stuk bos omhakken om een weitje te hebben om een huis op te bouwen. Vervolgens hebben ze allemaal houten balken op het weggetje gelegd om zo een karretje te kunnen trekken zonder steeds tussen boomwortels te blijven haken. Wij hebben na alles te hebben bekeken heerlijk op het weitje in de zon zitten lunchen (iets minder luxe dan de dag ervoor, maar onze boterhammen met kaas waren net zo snel verdwenen) en moesten vervolgens over het weggetje met half verrotte natte dwarsbalken weer terug lopen. Inmiddels dachten we aardig te weten hoe we dat het best konden doen zonder voortdurend uit te glijden en schoten dan ook heel aardig op, totdat boem… au, au, blauw, blauw... ik een prachtige slipper (volgens Rob) maakte. Tja nat hout blijft nat hout. Gelukkig is het bij deze ene uitglijder gebleven en m’n arm die al blauw was van de val de week ervoor tijdens het rennen was nu nog iets blauwer. Gelukkig kwamen we daarna snel op het keien pad langs de rivier en konden we ons weer meer focussen op de prachtige natuur rondom ons.
De volgende dag zijn we op de terugweg weer bij Westport gestopt maar nu om de ruwe kust en zeehonden kolonie bij Cape Foulwind te bekijken. En die kaap deed z’n naam eer aan want er stond een stevige wind die de golven hoog op de granieten rotsen deed slaan. Dat betekende weer heerlijk uitwaaien en genieten van het mooie schouwspel.
Al met al een fantastisch weekend!
Vrijdags werden we om 9 uur opgehaald door de gids met auto en naar de Operara Parking gereden, vanwaar we door een schitterend oerbos naar de Honneycomb Cave liepen. Eerlijk gezegd heeft het bos meer indruk op me gemaakt dan de grot, maar al met al was het zeer de moeite waard. De gids legde van alles uit over de lokale begroeiing en soorten bomen in het bos en later in de grot over de verschillende soorten steen en de skeletten van Moa’s, een soort struisvogels die 500 jaar geleden zijn uitgestorven , maar waarvan de botten volop in de grot te vinden zijn.
Na weer teruggelopen te zijn naar de parkeerplaats met picknick tafels kregen we een heerlijke lunch voorgeschoteld. Voldaan konden we daarna aan het 2e deel van de tocht beginnen naar de arches, natuurlijke bogen van zandsteen die over de Operara river lopen. Een heel bijzonder gezicht met het bruine rivierwater (door tanine uit de bladeren) en de prachtige bomen boven op de stenen boog en aan beide kanten van het water.
De volgende dag zijn we zelf op stap gegaan en hebben een tocht langs de Operara River kloof gelopen en zijn vervolgens afgebogen om een oude goud-zoek-plaats te bezoeken. Je moest wel veel moeite doen om goud te vinden in die tijd want je moest een pad door het bos maken, water omleiden en een stuk bos omhakken om een weitje te hebben om een huis op te bouwen. Vervolgens hebben ze allemaal houten balken op het weggetje gelegd om zo een karretje te kunnen trekken zonder steeds tussen boomwortels te blijven haken. Wij hebben na alles te hebben bekeken heerlijk op het weitje in de zon zitten lunchen (iets minder luxe dan de dag ervoor, maar onze boterhammen met kaas waren net zo snel verdwenen) en moesten vervolgens over het weggetje met half verrotte natte dwarsbalken weer terug lopen. Inmiddels dachten we aardig te weten hoe we dat het best konden doen zonder voortdurend uit te glijden en schoten dan ook heel aardig op, totdat boem… au, au, blauw, blauw... ik een prachtige slipper (volgens Rob) maakte. Tja nat hout blijft nat hout. Gelukkig is het bij deze ene uitglijder gebleven en m’n arm die al blauw was van de val de week ervoor tijdens het rennen was nu nog iets blauwer. Gelukkig kwamen we daarna snel op het keien pad langs de rivier en konden we ons weer meer focussen op de prachtige natuur rondom ons.
De volgende dag zijn we op de terugweg weer bij Westport gestopt maar nu om de ruwe kust en zeehonden kolonie bij Cape Foulwind te bekijken. En die kaap deed z’n naam eer aan want er stond een stevige wind die de golven hoog op de granieten rotsen deed slaan. Dat betekende weer heerlijk uitwaaien en genieten van het mooie schouwspel.
Al met al een fantastisch weekend!