Ja en na een lange winter is het nu toch echt lente. Alles heeft een fris groen tintje gekregen en overal bloeien bomen en planten overvloedig. Het is zo grappig in dit klimaat, bomen groeien zeker 2 keer zo snel als in Nederland en alle inheemse bomen bloeien. Ook blijven ze het hele jaar groen zodat het hier nooit zo kaal is in de winter.
En, wat voor ons heel erg fijn is, is dat we sinds deze maand weer terug gekeerd zijn naar ons 3 daagse werkschema. Nou ja, behalve de 2 weken vakantie van Robert dan, maar dat is te overzien.
Dat betekent dus weer meer tijd om er op uit te trekken. En dat doen we dan ook. Niet alleen in de zin van wandelen en fietsen, maar ook hebben we ondertussen verschillende concerten en art festivals bezocht en ons een beetje een idee gevormd van de Nieuw Zeelandse muziek. Erg leuk zijn de concerten op de wijn boerderijen. Natuurlijk niet alleen vanwege de muziek, maar zeker ook om dat iedereen hapjes meebrengt om bij de gekochte wijn op te eten tijdens het luisteren. Vorige maand hadden we een jazz band uit Auckland en in februari, als Renske op bezoek komt hebben ze een hele serie optredens en wordt er naast gepicknickt ook flink geswingd. Ik ben benieuwd! De jazz band was in ieder geval erg goed.
Eind oktober hebben we hier Labour weekend. Dat betekend een extra dag vrij en veel optredens in Nelson. Dit keer was het een soort country muziek die door de Grenell Family gebracht werd.
Omdat we de volgende dag voor een paar dagen naar de Nelson Lakes zouden gaan hadden we onze Camper op de parkeerplaats van het festival neergezet en toestemming gevraagd om daar te mogen slapen. Het festival was in een prachtig park aan de rand van Nelson dus geen straf om daar te blijven. Hier mag je op een heleboel plaatsen zo maar overnachten als je “self contained” bent. Dat betekent dus je eigen water en toilet bij je hebben en je “vuil water” en afval weer meenemen, zodat de kampeerplaats weer even schoon wordt achtergelaten als je hem hebt aangetroffen.
De toestemming was al snel binnen en dus konden we rustig van het, deze keer zeker, naar mijn mening, wat mindere concert genieten en een drankje nuttigen om vervolgens zo ons bedje in te rollen.
De volgende ochtend vroeg op en tegen zevenen reden we naar St Arnauds waar vrienden van ons een 2e huis hebben en waar we dat weekend met de Tramping Club zouden doorbrengen. Dat wil zeggen 7 mensen in het huis en 4 in hun campers.
Als we hier met een groep weg gaan of eten betekent dat altijd dat iedereen voor een aandeel van het eten en de drank zorgt zodat we vaak 1 avond met z’n allen eigen gemaakt voedsel eten en 1 avond een Pub induiken en daar eten. Wij kwamen vanwege het concert pas de 2e dag en hebben deze keer alleen de pub maaltijd meegedaan, maar wel de volgende dag bij de lunch geholpen alle restjes op te eten.
Inmiddels weten we dat onze Tramping Club leden ook allemaal fietsen en dus was het voorstel om de eerste dag te gaan fietsen en de tweede te wandelen.
Omdat fietsen hier vaak over gravel weggetjes, graspaden en andere onregelmatige ondergrond plaats vind vond ik het een goed idee om voor mijn verjaardag een nieuwe fiets te vragen die zowel op de weg als op dit soort terrein lekker stabiel is.
Eerst zag Rob het niet zo zitten maar na een aantal fiets tripjes richting fiets winkels werd ook hij steeds enthousiaster en hebben we besloten niet tot onze verjaardagen te wachten maar er het hele seizoen van te genieten.
Dus gingen we voor het eerst op de nieuwe fiets op stap! En wat was ik blij met mijn stabiele dikke banden want we moesten onderweg 4 riviertjes passeren en geen van alle had een brug. Het enige nadeel was dat ik even vergeten had dat ik nu geen spatborden had en dus… een lekkere frisse douche heb gehad! De tocht ging van St Arnauds richting de Rainbow Skifields en ja.. dat betekende flink afdalen en even zoveel weer klimmen. Ik kon dus gelijk al mijn versnellingen uittesten en kwam zowaar alle hellingen op zonder afstappen.
De volgende dag hebben we een mooie wandeling gemaakt. De snelle heren (met Rob) de berg op en de anderen (met mij) langs de oever van het meer. Er was vanaf 3 uur regen voorspeld en dat kan heel onplezierig zijn als je een steile helling af moet dalen. Dus hebben wij lekker langs de oever gelopen, de grote alen en rare eenden bekeken en ‘morning tea’ genuttigd op een van de rotsstrandjes met uitzicht op de helling waar Rob’s groep aan het klimmen was. Natuurlijk dacht een van ons hen te zien, maar ik zag alleen maar rotsen.
En om 3 uur begon het te regenen. Inmiddels was besloten na de wat late restjes lunch op te breken en naar huis te gaan. Maar we hadden nog een dag vrij en dus zijn wij met de andere Camper richting Wakefield (50 km van Motueka) vertrokken omdat onze regio de enige was die redelijk weer voorspelde. In Wakefield vonden we een prachtig kampeer terrein voor ‘self contained’ campers waar we aan de rivier en een wandel/fietspad gratis mochten overnachten. Dave en Barbara, de eigenaars van de andere camper zijn fanatieke wandel en fietsers en kennen de omgeving zodat we zowel aan het eind van de middag als de volgende ochtend nog een lekker tochtje hebben gemaakt voor we weer richting huis vertrokken.
En toen was het uit met de pret voor Rob. Koorts, diarree en 3 dagen in bed en niets doen was alles wat er voor hem te beleven viel. En dat betekende ook dat hij het volgend weekend nog niet de energie had om de afgesproken wandeling met vrienden en rugzak naar de Balloon Hut te maken. Ik vond het niet zo erg om een lekker weekendje thuis te hebben na een extra drukke praktijk week zonder Rob. Gelukkig knapte hij in het weekend weer aardig op zodat we toch weer een beetje hier in de buurt gefietst hebben. En ja, ik heb voor het eerst een stukje door een Mountain Bike Park gefietst. Niet dat ik dat ooit van plan was maar de lokale fiets route naar Kaiteriteri, een dorp verderop aan de kust loopt nou eenmaal door het park.
Inmiddels weet ik dat je daar een beetje techniek voor moet hebben en je voor een haarspeld bocht niet alleen op tijd terug moet schakelen maar je ook van de buitenkant, afstekend door de bocht weer naar buiten moet sturen. Je snapt dat ik dat niet allemaal van de voren had bedacht en dus de eerste bocht zo breed mogelijk probeerde te nemen. Het resultaat: Rob wachtend boven op de helling en ik beneden met mijn hoofd op het laagste punt en mijn benen op het hoogste . Als of dat nog niet genoeg was lag mijn fiets bovenop me en hoorde niemand mijn angstige geroep.
Gelukkig ben ik er uiteindelijk in geslaagd onder mijn fiets uit te kruipen en was voor het eerst sinds mijn verblijf hier blij met de verplichte fietshelm. Een beetje blauw en een heel stuk angstiger heb ik me toch weer op de fiets gehesen en de rest van de bochten naar boven afgelegd in een super slakkengang. Maar we hebben Kaiteriteri bereikt en ontmoeten daar de jongen die ons onze fietsen had verkocht. Niet alleen informeerde hij vriendelijk hoe het ging maar hij heeft ook keurig uitgelegd wat ik anders moest doen.
Na een lekkere kop thee aan het strand dus toch maar weer de Mountain Bike Route naar huis genomen en dit keer ging het veel beter.
Het eerste weekend van november moesten we kiezen, of een pittig wandel weekend of… je raad het al … een fietsweekend met de fietsclub. Voor het laatste gekozen. En zo vertrokken we donderdag (de normale fietsclub dag) richting de Motueka River om die aan de rustige kant te volgen tot je niet verder kunt en wel over moest steken naar de drukkere weg langs de andere kant naar Tapawera. Na 55 km en een paar flinke heuvels kwamen we aan in de plaatselijke pub waar thee koffie en taart genuttigd werden. Wij hadden een prachtige zonnige tocht maar terwijl we daar zaten begonnen de eerste druppels te vallen. Dus snel naar ons overnachting adres op de lokale campground waar we een cabin hadden voor de nacht. Nou klinkt een cabin heel heftig, maar stel je een ruimte voor van 4 bij 4 waarin 7 mensen kunnen overnachten. Dus voor meer dan bedden en 1 enkele stoel was echt geen plaats. Dus na een douche in het toiletgebouw op naar de camping keuken. Die vind je hier op bijna alle campings en daar kun je lekker droog binnen zitten. Droog ja, maar warm…nee. Na goed een uur hadden we het alle vier steen koud en werd het tijd om naar de pub te gaan voor ons avondeten. En o.. luxe daar brandde de houtkachel volop en er zat niemand aan het tafeltje ervoor. Dus zijn we tijdens ons drankje en onze maaltijd heerlijk doorgewarmd voor we ons koude bed in doken.
Maar ik heb prima geslapen en na een simpel ontbijtje zijn we weer op de fiets geklommen op weg naar het café 8 km verderop bij de wegsplitsing waar de heren van een echte kop koffie hebben genoten en zich eindelijk goed wakker voelde. Vandaag voerde de route ons richting Nelson Lakes. Maar voor we daar aankwamen bogen we linksaf de Eighty Eight Valley Road in. Nu kun je wel 88 valleys hebben, maar dat betekent vaak ook dat die valleys door heuvels gescheiden zijn. En … deze waren geen uitzondering! Dus de heren voorop en ik in de achterhoede, vaak gesteund door Rob die voor me uit fietste en de stevige wind, die voor de 2e dag zo gedraaid was dat we hem weer op kop hadden, zoveel mogelijk opving. Wat een kanjer hé? Maar de omgeving was schitterend, de zon scheen en boven op de heuvels werd trouw op mij gewacht dus ook dit was weer een super dagje. En al was het dit keer maar 45 km het voelde veel langer dan de 56 van de dag er voor en erna.
Een tweede groep zou die dag uit Motueka vertrekken en we zouden elkaar ontmoeten in het Wakefield Hotel. Dit klonk luxe hotel, maar…. Helaas waren de kamers in geen tijden schoon gemaakt en lagen nog overal sporen van eerdere gasten zoals, handdoeken, waslappen, flessen doppen , afdrukken van plakkerige glazen en ladingen stof. Gelukkig roken de lakens fris en verder hebben we maar niet te veel nagedacht en ik heb de kamer zo goed mogelijk van het ergste vuil ontdaan. We mochten die avond, bij afwezigheid van de kok de keuken gebruiken om zelf ons maal te maken. Gelukkig had ons 4 mans groepje daar geen van alle behoefte aan en hebben wij een pub maaltijd genuttigd verder op in de straat. De anderen hadden een auto en eten bij zich en hebben dat wel in het hotel opgegeten. Voor ons wachtte alleen nog de uitdaging van een ontbijt in het hotel. We mochten zelf cerial of brood pakken en thee en oplos koffie maken. Het kopje dat ik voor de thee wilde gebruiken was zo vastgebakken aan de lipstick en andere resten dat ik het niet schoon kreeg en me dus tot mijn eigen thermos en meegenomen bord en brood heb beperkt. Dit betekende voor de heren wel weer een koffie stop noodaak na weer 8 km. Vanmorgen geen wind en geen heuvels en dus gezellig met z’n vieren naar de pont tussen Rabit Island en Mapua gefietst. Deze gaat 1 keer per uur en wij hadden nog 40 minuten genieten van onze rust en uitzicht voor we verder konden. Vlak voor vertrek kwam ook de 2e groep, die wat meer tijd nodig had om op gang te komen aan, zodat we vanaf nu met z’n allen verder zouden fietsen. Dat hebben we 7 km volgehouden want toen besloten een paar geen heuvels te willen fietsen en wij hebben de Tasman View Road genomen die zoals de naam al verraad boven over de heuvels leidde met prachtig uitzicht over de baaien.
Al met al was ik blij toen we Motueka weer bereikten en we weer lekker schoon en lui van ons eigen huis konden genieten!