Als het hier slecht weer is kan het ook echt slecht zijn!! Zoals vandaag. De wekker gaat en het is stik donker, de wind giert en het plenst. Het liefst zou ik acuut mijn winterslaap beginnen maar helaas heb ik ook nog andere verplichtingen. Dus hijs ik mezelf met veel moeite zo laat mogelijk uit bed en neem niet de moeite om naar de praktijk te lopen (fietsen is geen optie vandaag) en stap bij Rob in de auto. Nu, halverwege de middag, is de enige verbetering dat het lichter is buiten, maar mijn plannen om hard te lopen liggen letterlijk in het water. Dan toch maar naar de Zumba om 6 uur en vervolgens naar m’n koortje. Ook dat is niet meer erg actief sinds onze dirigent heeft besloten te stoppen en we het dus zelf moeten regelen. Voor de komende (donkere) maanden beperken we onze bijeenkomsten tot 1x per 14 dagen en dat is zeker voor mij niet erg motiverend. Zeker niet als je af en toe ook nog een dienst hebt of te verkouden bent om te zingen zoals 2 weken geleden. Vandaag kreeg ik van een van mijn patiënten te horen dat het slechtste weer van het jaar altijd na de kortste dag komt… we zullen zien! Van de kortste dag hebben we in ieder geval volop genoten. Rob en John hadden het weekend daarvoor (toen ik voor een cursus naar Wellington was en Heleen, John’s partner, haar dochter in Wellington met een bezoek vereerde) samen bij een avondje “mannen alleen in de kroeg”, besloten dat we het weekend daarop naar Silvester hut zouden gaan en van daaruit de bergen in zouden trekken. Dus vertrokken we om 8 uur ’s ochtends richting Cobb’s valley (halverwege Takaka Hill richting Kangharuni National Park) Dit is ongeveer 60-70 km van ons huis en 2 uur rijden. Omdat er tegen de avond regen was voorspeld zijn we vroeg vertrokken opdat we in ieder geval met mooi weer de klim naar de hut konden maken en hopelijk daarna nog een bezoek konden brengen aan Silvester Lake. Het eerste uur was het nog redelijk zonnig, maar daarna begonnen al snel de eerste druppels te vallen en nog voor de open vlakte voor de hut moesten de regenjassen echt aan. Gelukkig wachtte het weer met de echte plensregen en stormen tot we de hut bereikt hadden en de heren het nodige hout gehakt hadden om de kachel op te stoken. Maar daarmee vonden de weersgoden dat ze ons die dag genoeg goed gezind waren geweest en heeft het tot diep in de nacht gestormd en gegoten. Omdat we maar 1 nacht bleven was er genoeg plek in de rugzak voor toastjes, Franse kaas en een salami worst zodat we de middag en avond doorgebracht hebben bij de ronkende kachel, kaartspelletjes spelend, toastjes etend bij het genot van een lekker kopje thee (waarmee we op Maria’s gezondheid geklonken hebben). Midden in de nacht was het weer om geslagen zodat we bij een prachtige sterrenlucht naar buiten konden om de blaas weer te legen.
En ja de volgende ochtend was het helder en hebben we volop kunnen genieten van de zonsopgang. John was namelijk al vroeg uit bed en heeft heel lief (maar voor Rob met een beetje te veel lawaai) de kachel weer aan de praat gekregen en ons allemaal dus allemaal uit dromenland terug gehaald. Dit had wel tot resultaat dat we vroeg op pad waren en we Silvester lake in het mooie heldere ochtend licht als een spiegel hebben zien fungeren voor de omliggende bergen. Na foto’s te hebben genomen uit diverse hoeken kon het echte klimwerk naar de erachter gelegen bergrug (Iron Hill) beginnen. Had het bij de hut nog geregend, hierboven was het een en al sneeuw en ijs en dus was het een combinatie van klimmen, wegzakken in de sneeuw en glibberen op ijzige stukken. Heleen vond het naar boven al niet zo’n succes maar het prachtige uitzicht van de top maakte het zeker de klim waard. Het dalen was een heel andere kwestie. Glibberen met een steile helling onder je maakt het toch echt een stuk minder plezierig. Rob heeft dan ook echt moeten praten als brugman om mij het eerste stuk naar beneden te krijgen. Maar op handen, voeten en billen is het toch gelukt. Gelukkig was het lagere stuk meer sneeuw dan ijs en had je veel meer grip zodat we veilig en wel weer beneden gekomen zijn en meer ontspannen en met prachtig uitzicht op Iron Lake, van onze lunch konden genieten. Inmiddels kwamen de verraderlijke wolken al meer en meer opzetten zodat we niet te lang geteut hebben voor we verder afdaalden naar de hut. Daar waren inmiddels meer wandelaars gearriveerd en hebben we nog even een kop thee en koffie gedronken (lees opgewarmd op ons gasbrandertje) voor we de laatste afdaling naar de auto maakten. Inmiddels was het weer koud en bewolkt maar we hielden het droog tot de auto. Arme John moest nog even moed verzamelen voor een paar uur rijden, eerst over de onverharde berg weg en later de donkere, inmiddels natte kronkelweg over Takaka hill. Gelukkig had hij daar niet al te veel moeite mee en precies om half zes stopten we voor het Riwaka Hotel (ja Lara, Tessa en Maarten, onze lokale ‘burger’tent). Dit is een echte ouderwetse kroeg/hotel met een grote houtkachel en een paar hoge tafels voor de bargasten.. en een zaaltje achteraf wat dient als eetzaal voor de toeristen. Al gauw waren de mannen aan het bier, de vrouwen aan de wijn en de burgers/biefstukken besteld en hebben we hier een prima afsluiting gevierd van ons mooie mid-winter weekend.
En ja de volgende ochtend was het helder en hebben we volop kunnen genieten van de zonsopgang. John was namelijk al vroeg uit bed en heeft heel lief (maar voor Rob met een beetje te veel lawaai) de kachel weer aan de praat gekregen en ons allemaal dus allemaal uit dromenland terug gehaald. Dit had wel tot resultaat dat we vroeg op pad waren en we Silvester lake in het mooie heldere ochtend licht als een spiegel hebben zien fungeren voor de omliggende bergen. Na foto’s te hebben genomen uit diverse hoeken kon het echte klimwerk naar de erachter gelegen bergrug (Iron Hill) beginnen. Had het bij de hut nog geregend, hierboven was het een en al sneeuw en ijs en dus was het een combinatie van klimmen, wegzakken in de sneeuw en glibberen op ijzige stukken. Heleen vond het naar boven al niet zo’n succes maar het prachtige uitzicht van de top maakte het zeker de klim waard. Het dalen was een heel andere kwestie. Glibberen met een steile helling onder je maakt het toch echt een stuk minder plezierig. Rob heeft dan ook echt moeten praten als brugman om mij het eerste stuk naar beneden te krijgen. Maar op handen, voeten en billen is het toch gelukt. Gelukkig was het lagere stuk meer sneeuw dan ijs en had je veel meer grip zodat we veilig en wel weer beneden gekomen zijn en meer ontspannen en met prachtig uitzicht op Iron Lake, van onze lunch konden genieten. Inmiddels kwamen de verraderlijke wolken al meer en meer opzetten zodat we niet te lang geteut hebben voor we verder afdaalden naar de hut. Daar waren inmiddels meer wandelaars gearriveerd en hebben we nog even een kop thee en koffie gedronken (lees opgewarmd op ons gasbrandertje) voor we de laatste afdaling naar de auto maakten. Inmiddels was het weer koud en bewolkt maar we hielden het droog tot de auto. Arme John moest nog even moed verzamelen voor een paar uur rijden, eerst over de onverharde berg weg en later de donkere, inmiddels natte kronkelweg over Takaka hill. Gelukkig had hij daar niet al te veel moeite mee en precies om half zes stopten we voor het Riwaka Hotel (ja Lara, Tessa en Maarten, onze lokale ‘burger’tent). Dit is een echte ouderwetse kroeg/hotel met een grote houtkachel en een paar hoge tafels voor de bargasten.. en een zaaltje achteraf wat dient als eetzaal voor de toeristen. Al gauw waren de mannen aan het bier, de vrouwen aan de wijn en de burgers/biefstukken besteld en hebben we hier een prima afsluiting gevierd van ons mooie mid-winter weekend.