De eerste uren een bekende weg via Murchinson, Spring Junction en de Lewis Pas naar de oostkust maar daar hadden we de keus, of via het binnenland en een wat kleinere weg doorsteken naar Timaru, of de volgens de kaart grootste en meest gericht weg langs de kust, Christchurch en Ashburton naar het zuiden. Ik voelde me beroerd met een enorm stijve nek en koppijn en Rob had ook geen rustige nacht gehad dus kozen we voor de rechtstreekse kustweg. Uiteindelijk hadden we al een jaar geen file gezien en we wilden voor zonsondergang in Oamaru zijn om de pinguïns aan land te zien komen.
Nou we zijn aan ons trekken gekomen! Veel wegwerkzaamheden en je raadt het al… de daar bij behorende rijen wachtende auto’s. Ook een eindeloos aantal stoplichten door de bebouwde regio rond Christcurch en Ashburton en niet te vergeten de grote hoeveelheid vrachtauto’s op deze druk bereden hoofdweg die hele stukken net zo twee-baans is als al die andere wegen maakten dit te samen met de zeer oninteressante omgeving een keuze die we niet weer zullen maken! En dan duurt het lang voor je in Oamaru aankomt. Maar we waren er tegen half zes en zijn gelijk doorgereden naar de lokale i-Site om te vragen waar en hoe laat we de pinguïns konden bewonderen. Je hebt hier de keuze tussen de geel-oog pinguïns of de kleine blauwe pinguïns. Op de laatste gaven ze ons meer kans maar die hadden we al een paar keer bij ons gezien en ze kwamen pas om 20.15 uur aan land terwijl de grotere geelogige bij ons niet voor komen en al vanaf 18.15 uur te zien zijn…als je geluk hebt. Dus snel naar het hotel, spullen uitgepakt en op naar de geelogige pinguïns. Hiervoor moest je naar een landpunt vlak bij Oamaru rijden waar je hoog boven het strand op uitkijkpunten naar beneden mocht kijken, zodat jij wel de pinguïns, maar de pinguïns de mensen niet zien. Nou dat werd staren, van 17.45 tot 18.15 natuurlijk rustig gewacht en de kust en lokale zeehonden, die nog lekker lagen te zonnen bewonderd maar toen werd iedereen toch wat onrustiger. Uiteindelijk kwamen er tegen 18.45 uur 2 pinguïns aan land en een half uur later nog een, maar ik vond het knap lastig er van die grote hoogte een goed beeld van te krijgen. Wel zie je duidelijk die rare schuifelende loop die in vergelijking met hun rappe zwem tempo wel erg traag over komt. Gelukkig had Rob het foto toestel met telelens en zag hij wat meer dan ik. Maar tegen 19.15 uur had ik het helemaal gezien en was ik blij dat we terug naar Oamaru gingen om lekker te gaan genieten van een gebakken visje en een wijntje in een lokale pub. En daarna hebben we heerlijk geslapen in ons hotelletje. Voor diegene die hier nog nooit geweest zijn even een extra uitleg. Vaak als je hier een hotelkamer boekt boek je een soort mini appartementje waar je zelf niet alleen voor je thee en koffie zorgt maar ook je een broodrooster en vaak kookmogelijkheden hebt om ontbijt en eventueel avond eten klaar te maken. Een kant en klaar ontbijt is vaak niet verkrijgbaar in de simpele hotels behalve natuurlijk op de meer internationaal ingestelde hotels in grotere plaatsen of een hotel dat meldt dat het een restaurant heeft. Wij vinden dat over het algemeen helemaal niet erg en zijn er al helemaal aan gewend dat je naast je kamersleutel ook je pakje melk in ontvangst neemt om fijn door je echte Engelse thee te gooien. Natuurlijk drinkt Rob die melk gewoon zo op maar dat mag de pret niet drukken.
De volgende morgen zijn we na ons gebruikelijke ontbijt van geroosterd brood met kaas uitgebreid door het dorp geslenterd en hebben we ons laten verleiden om een metalen blauw groen bloem kunstwerk te kopen voor in de hal. Dat heb je als je met de auto op stap gaat en onverwachts iets leuks tegen komt, dan neem je het gewoon mee. Na voor Rob nog een lekkere cappuccino te hebben gekocht zijn we weer op weg gegaan richting Dunedin. 20 km voor Dunedin hebben we de scenic route langs de kust genomen die niet allen zeer mooi maar ook bijzonder bochtig was. Gelukkig was mijn nek en koppijn en de daarbij behorende misselijkheid die ochtend verdwenen maar prettig vond mijn maag het niet zodat ik opgelucht was toen Dunedin eindelijk in zicht kwam. Daarna was de kustroute gelukkig een stuk vlakker. Eerst op weg naar Nugget Point waar we volgens Lara en Tessa heen moesten. En toen ik vroeg wat er zo bijzonder was kreeg ik als antwoord dat het gewoon mooi was. Nou daar ben ik het niet helemaal mee eens. Het was zoals ze hier zeggen fab!! Buitengewoon mooi. En buiten dat was er ook een strand waar we zomaar onverwacht midden op de dag geeloog pinguïns zagen die aan het zonnebaden waren. Nou hadden we de vorige dag tijdens het lange wachten al gelezen dat de pinguïns in Maart of April hun vacht vernieuwen en dan niet de zee in kunnen. Dit betekent dat ze geen eten kunnen vangen en dus op hun vet-reserves moeten teren. Geen wonder dat ze dus lekker van het zonnetje genoten! Niet alleen stonden we hier dichterbij (wij wel verstopt in een hutje) maar ook waggelden de pinguïns lekker op en neer om dan bij de een dan bij een ander te gaan staan. Genieten dus!! Na honderden foto’s en veel Oh’s en Ah’s zijn we uiteindelijk toch naar de echte landpunt door gereden een kleine kilometer verder op waar je via een kustpad naar de vuurtoren hoog boven het water kon lopen. Ver onder ons hoorden we zeehonden en waarschijnlijk ook zeeleeuwen te keer gaan op de rotsen. De punt is prachtig gelegen tussen allerlei lage rotsrochels gevuld met zeehonden. Je hebt prachtige uitzichten op de omliggende kustregio’s en de blauwe zee. Daarbij genomen dat we een stralende dag hadden begrijp je dat we echt hebben lopen genieten.
Nu we toch op de scenic tour waren moest er een kilometer of 20 verder op ook nog een waterval bekeken worden. Rob werd daar steeds minder zeker van toen de weg onverhard werd, maar we bleven de goede kant op rijden en hoefden niet veel om dus dan ook maar genieten van het moois dat de regio te bieden heeft. En dan ineens is er weer een grote DOC parkeerplaats met daarop de nodige campervans en busjes.
En weer een verrassing! Hier moesten we door een prachtig stukje oerbos lopen om bij de waterval te komen. Nou is dat op zich niet zo bijzonder want die vind je overal in Nieuw Zeeland, maar we werden verwelkomt door een supermooi vogelzang concert. Je stapte zo ineens van de rustige weg in een van vogels overgoten bos met hun prachtige zang. Zoiets heb ik in Europa toch echt nooit gehoord. Daarbij was de waterval ook leuk om te zien en waren we dus weer tevreden met onze kleine omweg. Alleen staan deze onverharde wegen niet allemaal op de kaart en kozen we dus bij een splitsing op goed geluk de grootste van de twee… en daardoor werd het iets meer dan een kleine omweg want deze bleek een heel eind terug op de weg uit te komen. Inmiddels was het 15.30 uur en hadden we allebei een behoorlijke honger en omdat er nog geen dorp met café of bakker voorbijgekomen was hebben we op een rots boven de kust ons tegoed gedaan aan een van huis meegenomen couscous salade. En hoewel we nog veel rustiger hadden kunnen eten en langer van de mooie omgeving hadden kunnen genieten bedierven de lokale zandvliegen al deze plannen en zochten we zo snel we genoeg gegeten hadden gauw de veiligheid van de auto weer op. Daarna hebben we nog een paar uur rustig doorgereden tot we vlak voorbij Riverton in een klein kustplaatsje een overnachtingadres zijn gaan zoeken. Dat vonden we bij de eigenaar van een lokale pub die onder in haar eigen huis op de heuvel boven de zee een kamer voor gasten beschikbaar had. Dit bleek een prachtige kamer met keukentje en badkamer te zijn. Na onze spullen daar achter gelaten te hebben en weer naar de pub aan het strand te zijn gelopen voor ons avondeten vertelde ze ons dat we het de volgende ochtend rustig aan mochten doen en zo laat weg mochten gaan als we wilden. Dus lekker uitgeslapen, een stukje hardgelopen, gedoucht en ontbeten voor we tegen half twaalf weer op weg gingen om de laatste 150 km naar Te Anau af te leggen. We gingen nu landinwaarts en weer naar het Noorden langs een heel ander landschap dan eerder. Niet alleen was het niet meer zo zonnig, maar ook de bergen ten westen van ons langs de kustlijn zijn veel hoger en ruiger en we kwamen steeds meer grote meren tegen. Fiordland dus! Hoge bergen met diep uitsleten fjorden prachtig groen en diepblauw. Niet alleen bekend om de prachtige natuur maar ook om het meeste aantal uren regen van heel Nieuw Zeeland. En de weersvoorspellingen waren ook niet best. We zouden de volgende dagen een puntje van een van de orkanen over de Fuji’s meekrijgen en dat betekend veel wind en harde regen. Dus na aankomst in Te Anau nog maar eens de sportwinkel ingedoken om nog een extra regencape te kopen naast onze normale regenkleding. En dat terwijl inmiddels de zon al weer volop scheen en we daarna wat hebben zitten drinken op een terrasje.
De volgende morgen in de zon vertrokken met de bus van de i-Side naar de boot die ons in anderhalf uur door de fjorden naar de start van de wandeling moest brengen. En is het nog vol mensen op de boot, zodra we wandelen is er alleen nog maar natuur, vogels en watergekletter. Enorm groen, zelfs de boomstammen zijn omgeven met een groen mos, en helder water. We begonnen over een redelijk vlak pad de korte route naar onze 5 km verderop gelegen hut. Onderweg kwamen we nog de hut voor de “Guided tours” tegen. Je kunt namelijk de zelfde route ook voor veel geld boeken bij een georganiseerde tour. Je slaapt dan in luxe hotels met tweepersoonskamers, schone lakens, handdoeken en douches (wel gemeenschappelijk) en er wordt voor een uitgebreide maaltijd gezorgd. Je loopt onder begeleiding van tourgidsen die onderweg voor warme thee zorgen en je ondersteunen bij problemen.
Wij “freedom walkers” lopen gewoon met ons eten, slaapzak en handdoek in onze rugzak en zijn blij met echte wc’s op deze route en stromend water in het toilet gebouw en in de hut. Bij de derde hut is zelfs een “swimming pool” voor wie wil: een frisse duik in de rivier die langs de hut stroomt en een aangenaam bergwater temperatuurtje heeft.
De eerste dag is de rugzak dan ook zwaar. Zeker omdat het laatste restje van de couscous salade mee is als lunch en ik nog 2 komkommers uit onze tuin bij me heb naast een brood voor de overige dagen. Omdat er overal gas aanwezig is heeft Rob op het laatste moment het gasstelletje in de auto gelaten en alleen ons pannetje en eten mee genomen. In Te Anau hebben we nog een salami en een chorizo worst ingeslagen zowel voor op het brood als voor het avondeten met zelf gedroogde courgettes en noodles.
En die gedroogde courgettes… daar ging het niet helemaal zoals gepland. Het eerste pakje dat ik open maakte had blijkbaar niet helemaal lang genoeg gedroogd, of was weer vochtig geworden toen onze koel/vrieskast kapot was en was behoorlijk beschimmeld. Van een lieve dame uit Wellington kregen we gesneden broccoli en wortel zodat we die eerste dag toch lekker gegeten hebben. Uiteindelijk bleken maar 3 van de 6 pakjes bedorven, zodat we gelukkig toch elke dag wat groenten hadden. Jammer is alleen dat je al je afval weer mee moet nemen en dus hebben we alle stinkpakjes trouw weer meegesjouwd.
De tweede dag was het regenen geblazen en dus flink doorlopen. 2 Duitsers liepen net wat sneller dan ons en haalden ons al snel in vlak voor wij onze eerste rust hielden in een shelter voor een warm kopje thee. De enigen die we de rest van de wandeling gezien hebben waren een Japanse en een derde Duitser, terwijl je toch met 40 man in een hut overnacht en ongeveer gelijk ontbijt en je klaar maakt voor vertrek. Die twee hebben we bij de 2e en 3e shelter achter ons gelaten toen zij een pauze hielden. Dit keer was het een 16.5 km wat we moesten lopen met veel zijpaden naar meren en watervallen die natuurlijk bekeken moesten worden. Uiteindelijk werd het nog even droog zodat we het laatste uur nog goed warm werden bij de lange klim waarmee de dag eindigde. We waren dan ook knap moe en blij toen de hut eindelijk in zicht kwam. Dichtbij gekomen hoorde we een enorme herrie veroorzaakt door een groep Kea’s. Dit zijn een soort papegaaiachtige vogels die vooral in Fiordland veel voorkomen. Ze hebben de intelligentie van een kind van vier en zijn dol op alles wat glinstert of van rubber is. Daarnaast zijn ze ook niet vies van geld, camera’s papieren en alles wat een toerist in het rond laat liggen. Dus wordt je gewaarschuwd dat vooral niet te doen. Maar je natte jassen, stokken en schoenen mee de hut innemen is ook geen optie! Dus alles ophangen. Onze Duitse Theresa (of Rezi) had even haar natte zooltje uit haar schoenen gehaald en terwijl ze erbij zat in de zon te drogen gelegd. Foute boel dus! De rest van de route heeft ze zonder linker zooltje af mogen leggen. Wij werden dus bij aankomst al door haar gewaarschuwd en hebben onze schoenen gelijk opgehangen. Maar desondanks was ik de volgende dag alle plasticjes rond de einden van mijn veters kwijt en heb ik nu gerafelde eindjes. Maar het vuurtje brandde inmiddels in de hut en al gauw zaten we gevieren aan de thee. Langzaam druppelde de een na de ander binnen. Omdat we allemaal een slechte eerste nacht gehad hadden dankzij hetzij snurkers (de Duitsers) of Aussies met lichten die uren aanbleven (wij) hebben we met de 3 Duitsers en de Japanse en nog een Spaans echtpaar een niet snurkende 8 persoon kamer ingenomen en zo een redelijke nacht gehad. En dat mocht ook wel want de volgende dag stond de pas op het programma en dus een forse klim en een nog gemenere afdaling, maar voor de verandering zou het droog zijn. Dit keer waren er velen voor ons op pad maar al snel haalden we de een na de ander in, en werden we zelf ingehaald door onze Duitse maatjes. Omdat Rob beloofd had aan onze nurse Virginia om foto’s te maken zonder mensen bij het monument boven op de pas waren we blij de meute voor te zijn. En het was mooi!! We hadden boven fantastisch uitzicht naar beide kanten en konden zelfs de hutten van de vorige nacht en de komende nacht zien liggen. Alleen was het boven ook onbeschermd en al gauw had ik het flink koud van het wachten op alle foto’s die Rob aan het nemen was. Ik wist dat er een 20 minuten verderop een shelter was en heb op een gegeven moment tegen Rob, die veel sneller kan lopen dan ik, gezegd dat ik alvast op weg ging. Maar blijkbaar had hij nog heel veel foto’s te maken en zo liep ik helemaal alleen achter een Fransman aan over een voor mij veel te smal richeltje. (Diegene die eerder met mij gelopen hebben door de bergen weten hoe dol ik daarop ben). Maar nu was ik al een stuk op weg en omdraaien was ook te eng, dus niet opzij kijken en stug doorlopen! Pff wat was ik opgelucht toen het weer breder werd en de echte pas bereikt werd. Ik heb de vriendelijke Franse jongen die mij naar het randje riep om de hut van de afgelopen dag te bekijken vriendelijk toegeknikt en gezegd dat ik zou kijken wat ik iets verder weg van de rand kon zien en anders jammer. Wel heb ik bij de shelter gebruik gemaakt van de wc met het mooiste uitzicht dat ik ooit gehad had. De deur had namelijk een groot raam boven de afgrond zodat wij dames al plassend veilig uit konden kijken.
Inmiddels had Rob me weer ingehaald en zijn we samen aan de lange afdaling begonnen die prachtig door woeste natuur, langs snels stromende watervallen naar beneden liep. Onderweg zijn we alleen nog een groep Kea’s tegen gekomen die midden op het pad en de brug bleven zitten die wij over moesten steken en waar ik voor Rob die ze graag vliegend op de foto wilde m’n best heb gedaan ze weg te jagen. Tegen enen kwamen we bij de hut voor de Guided Tours en ons was verteld daar langs te lopen omdat daarachter een shelter voor ons lag. Omdat we inmiddels wel zin in een lunch hadden en we de extra 1 ½ uur wilden lopen naar de hoogste waterval van Nieuw Zeeland hebben we in de shelter een plekje uitgezocht op de lange bank langs de wand. (Buiten in de zon was helaas onmogelijk door alle zandvliegen). Tot onze verrassing voelde we ons hier zelf haast Guided Tour wandelaars want hier stond in de Shelter een grote kan met heet water en koffie, thee, melk en suiker voor wie wilde.
Na onze rugzakken daar achter gelaten hebben was het klimmen geblazen naar de waterval. 580 meter voor je daar aankomt staat een bord om je te vertellen dat je nu nog even ver moet lopen als de waterval hoog is. En hoog is hij. Al is de val in 3 stukken verdeeld. En omdat het de dag daarvoor zo veel geregend had was er ook veel water wat naar beneden kwam. Ons was verteld dat je ook achter de waterval kon staan als hij niet zo vol was. Ons leek dat niet zo’n goed idee omdat de stenen er spek glad uitzagen en je alleen van het staan voor de waterval al aardig nat werd. Marco, de derde Duitser heeft het echter wel gedaan en kwam die middag kletsnat in de hut aan terwijl het water uit z’n schoenen gutste. Wij hebben hem allemaal uitgelachen maar hij voorspelde ons dat we de volgende dag allemaal natte voeten zouden hebben omdat er superslecht weer voorspeld werd. Die avond was het erg gezellig in de hut. Overal kwam extra overgebleven eten op tafel, diverse flessen drank verschenen en de stemming zat er goed in. Wij hebben tot laat (23.00 uur en iedereen was naar bed) gekaart omdat de ergste snurker zich in onze kamer had geïnstalleerd. Uiteindelijk heb ik samen met het Duitse koppel besloten om in de leefruimte te gaan slapen en hebben we een aantal prima uren gehad. Het enige waar we ons op verkeken hebben is dat iedereen de laatste dag de boot moest halen en omdat de Aussies die samen met ons op de eerste boot zaten niet allemaal even snel liepen ze besloten hadden om 5.30 uur op te staan. Daarbij hadden ze wel zoveel herrie gemaakt dat ze niet alleen ons in de leefruimte wakker hadden maar ook alle anderen. Dus zat al spoedig iedereen met duffe koppen aan het ontbijt. Wij zijn net als andere dagen rond 8 uur vertrokken maar deze keer haalden we echt de een na de ander in. En omdat het werkelijk bij bakken uit de hemel kwam hebben wij ook niet de moeite genomen om onder alleen een afdak te gaan schuilen maar hebben we in één ruk de volle 18 km gelopen. En ja Marco had gelijk, bij Sandfly Point, het vertrekpunt van de boot, aangekomen had niemand meer droge voeten. Ik had daarnaast buiten m’n onderbroek ook geen droge draad meer aan m’n lijf. Het was namelijk niet koud en dus had ik onder de cape m’n jas half open gelaten en geen capuchon opgedaan. Het water was dus heerlijk naar binnen gestroomd en had me drijfnat en inmiddels ook ijskoud gemaakt. Maar daar had iedereen last van en hoe preuts ze hier anders ook zijn nu stond iedereen zich in de shelter om te kleden. Sandfly Point heet namelijk niet voor niets zo en niemand durfde buiten zonder afdekkende kleding rond te lopen. Gelukkig had ik nog m’n thermos met thee en brood om weer een beetje warm te worden terwijl we op de boot wachten.
Het kleine stukje lopen van de shelter naar de boot was heel bijzonder. Je leek wel door een gordijn van zandvliegen heen te moeten en iedereen liep flink te meppen. Van onze schipper hoorde we dat de Maori goden de zandvliegen hierheen gestuurd hebben omdat dit stuk land niet voor mensen is en het onmogelijk voor ze te maken er te wonen.
Inmiddels waren wij er niet rauwig om hier weg te gaan.
Na een kort en nat boottochtje volgde nog een 2 uur durende busrit die ons in een inmiddels weer droog Te Anau afzetten. Nu was het afscheid nemen van onze wandel maatjes en op naar onze auto voor nog een paar uur rijden. Om de volgende dag bijtijds in Franz Jozef aan te komen hadden we voor die nacht een kamer in Wanaka geboekt. Op dat moment hadden we daar wel spijt van want het was leuk geweest om nog een avond met z’n allen te gaan eten maar gelukkig hadden we nog een paar zonnige uren voor de mooie rit en waren we tegen 18.30 uur op de plaats van bestemming. Wanaka ligt prachtig tussen de bergen aan een meer en het is zeker de moeite waard hier nog eens terug gekomen. Maar nu moesten we de volgende morgen (donderdag) door naar Fox Glazier waar we voor vrijdags een dagwandeling op de gletsjer geboekt hadden. En omdat ze nog druk bezig zijn de weg bij Haast (tussen Wanaka en Fox) te repareren van een enorme landslide was het maar goed dat we vroeg vertrokken waren. Hoewel de weg iedere avond af gesloten wordt, hadden ze nu ook overdag de weg een paar uur afgesloten. Dus wordt iedereen bij het laatste dorp tegen gehouden zodat je in de lokale pub nog wat kunt eten en drinken. Winkels waren er helaas niet en ons brood was op en omdat het nog vroeg was hadden we toen nog geen honger. Maar toen wisten we nog niet dat we ook onderweg nog een lange tijd zouden stilstaan en dus hebben we ons beperkt tot een kopje thee en koffie. Een landslide ontstaat als er erg veel regen valt en de grond verzakt. Een paar maanden geleden is daarbij een heel stuk weg in de rivier gezakt en zijn 2 Canadezen met camper en al verdwenen en één niet meer terug gevonden. We hebben daar eindeloos over gehoord op het nieuws maar om nu langs dat stuk met 1 auto gelijk over een modderpad te rijden terwijl je diep onder je de rivier ziet stromen is toch wel heel indrukwekkend.
Uiteindelijk waren we tegen half vier in Fox Glazier waar gelukkig zowel een winkel waar fruit verkocht werd als een bakker was. Dus hebben we in ons hotel (dit keer een luxe met woon en slaapkamer) heerlijk van een vers broodje met kaas genoten.
En dan de volgende dag het ijs op. Dit keer wel met een gids in een groep omdat dat de enige mogelijkheid is. Weer een heel andere wereld en best spannend op onze stijgijzers door ijsspeten en geulen klimmend. Weer hadden we geluk een zonnige dag te treffen. Natuurlijk kom je maar een klein eindje de gletsjer op en wat ons opviel was dat het zo vol met stenen lag dat het af en toe net liep of je tussen de rotsen liep in plaats van over het ijs. Maar al met al was het een leuke ervaring. Rob wil nog wel een keer met een helikopter hoger op de gletsjer gaan lopen, maar voor mij was dit ijs genoeg.
En nu dan echt op weg naar huis. Al vroeg op weg langs de west kust naar Panakaki waar de Pancake Rocks zijn. Dit zijn in laagjes uitgeslepen rotsen waarvan niemand weet hoe ze ontstaan zijn. Maar zeker met de woest stromende zee tussen de rotsen door en de palmbomen er boven en omheen groeiend zeer de moeite waard om te bezoeken. Omdat we eigenlijk wel graag naar huis wilden hebben we ons tot de kustwandeling beperkt en de ook heel mooie (“Renske”) wandeling langs de rivier naar het binnenland voor een andere keer bewaard. Nu was het nog goed 4 uur rijden naar Motueka door inmiddels bekend terrein langs de Buller rivier en de Motueka rivier. Die hebben we dan ook snel doorgereden.
Nu genieten we al weer ruim een week van ons heerlijke huis en het super weer in Motueka. De enige domper is dat ik de blaasontsteking die ik onderweg al voelde aankomen en die ik ,bij gebrek aan antibiotica die ik nou net niet mee genomen had, gedacht overwonnen te hebben met veel drinken toch niet de baas ben gebleven. Zodat ik donderdag na een lange werkdag dood moe thuis kwam en ’s nachts met koude rillingen wakker werd. En nu lig en hang ik al weer 4 dagen in het rond zonder energie voor iets, maar wel tijd voor iedere keer een stukje verhaal, dus vandaar deze keer een extra lang stuk.