Goed, maar al tijdens de taxirit zagen we de wolken aankomen en al snel hoosde het weer. “You know, love”, zei de chauffeur, “this is beach-rainforrest and it likes to drink”. Ja dat geloof ik, maar waarom net nu wij kwamen?
De eerste uren van de tocht hoosde het. En al was het pad prachtig, de kleine bergstroompjes veranderden ineens in woest afdalende waterstromen. Bij de eerste waren we blij nog droge schoenen te hebben maar al snel stonden we tot onze knieën in de stroom en deden we ons best ons evenwicht te bewaren. Na een anderhalf uur wandelen kwamen we bij een riviertje dat een te sterke stroming had om op het pad te passeren en moesten we afdalen naar het strand om tussen de rotsen over te steken. Terwijl ik op een rots midden in de rivier zat kwam er ineens een hele hoge golf en moest ik me met alle macht vast houden toen rivier en zee elkaar ontmoeten en samen naar de zee terugstroomden ruim boven mijn zitplaats. Gelukkig is het gelukt en kon ik verder veilig oversteken maar nu was wel elk kledingstuk doorweekt.
De rest van de dag was nat maar zonder grote avonturen en tegen drieën kwamen we aan bij de Heaphy Hut waar een warm vuur ons wachtte en mijn slaapzak en kleren in de rugzak gelukkig nog droog bleken te zijn. Dus lekker omgekleed en met een warm kopje thee bij de kachel gedoken.
’s Morgens was het droog en waren de bergrivieren veranderd in rustige stroompjes zodat we droog konden genieten van de prachtige omgeving en de rondwandelende weka’s, een soort Nieuw Zeelandse loopvogels ter grootte van een kip. Via de Heaphy rivier liepen we landinwaarts en omhoog naar de James MacKay Hut en hadden af en toe prachtige uitkijkjes over de rivier en de bergen er om heen. Onze nacht was helaas wat minder. We sliepen met 11 personen in 1 kamer en een van de mannen snurkte enorm met rare uithalen zodat de anderen allemaal moeite hadden met slapen. Voor ons een reden om de volgende dag een hut verder door te lopen dan gepland (in overleg met de ranger) en zo hadden we de derde nacht de Gouland Downs Hut helemaal voor ons zelf. Dit was een kleine hut zonder gas met een groot open vuur waar we gezellig voor gezeten hebben. Perfect dus, behalve de buiten dump wc. In alle parken heb je hier wc’s. Op die manier proberen ze te voorkomen dat mensen onderweg van alles achterlaten en zo Giardia en andere ziekten verspreiden. Hier kun je dus rustig uit de riviertjes drinken. Normaal proberen we ons zo goed mogelijk aan de regels te houden maar toen ik hier de wc binnenging zaten er overal muggen. Ok dat ging nog maar toen ik wilde plassen kwamen ze met zwermen uit de pot naar boven en daar werd ik toch een beetje heel angstig van. Ik heb alles maar open laten staan en de volgende dag was het inderdaad veilig toiletteren.
De 4e dag hoefde we maar 2 uurtjes te lopen dus hebben we eerst lekker uitgeslapen. Perry Saddle Hut was weer een grote moderne hut en ook deze was bomvol. Nu had ik een zeer onrustige bovenbuurvrouw maar er werd gelukkig in onze kamer niet gesnurkt. De laatste dag zijn we vroeg vertrokken om weer door een bos (dit keer vooral beuken) af te dalen naar het eind van de trail. Daar waren we veel te vroeg voor ons transport dus zijn we nog een anderhalf uur door gelopen om alle riviertjes over te steken die soms moeilijk kunnen zijn voor gewone auto’s. Dit hadden we precies goed uitgekiend want vlak daarna zagen we onze auto aankomen. Om 5 uur ’s middags waren we weer veilig thuis en hebben we genoten van een wel verdiende en zeer nodige douche en heerlijk eten en drinken. Al met al een super ervaring.
English version:
On Tuesday morning we got up in pouring rain at 5:30 a.m. to drive again across the mountains to Takaka. Now Rob was driving, because driving 365 bends in the dark and in bad weather isn’t what I like to do. We wondered when it would clear up, making it possible to fly, as our contact at the airport had promised. Fortunately as soon as we crossed the pass on Takaka Hill the weather was clearing up and when we arrived at the airport there even was a bit of sunshine. This was making our flight even more exciting and our pilot was so kind to explain everything we saw. Twenty minutes later we were at the West coast and were picked up by a “hippy” driver, who changed his occupation in Auckland for a job as postman, taxi-driver and transporter of backpackers on the West coast. Again we heard a fantastic life-story from a man who adapted his life to his whishes, although he is now working 6 days instead of 5. Whenever he feels “that’s it for the day” he will stop and go fishing. During the taxi ride we saw the clouds coming and before arriving at the trailhead a heavy rain started again. “You know, love”, said the driver, “this is beach-rainforest and it likes to drink”. Well, I believed so, but why just now?!
The first hours of our hike it rained like severely. Although the trail was beautiful, the small creeks changed in fiercely streaming torrents. After the first one we were glad to keep our socks dry, but soon enough we stood in the water up to our knees trying to keep up straight in the strong currents. After one hour and a half we came at a raging torrent, impassable at the path and we had to go to the beach to cross it between the rocks. Sitting on a rock in the middle of the stream there was suddenly a big wave and I had to try my utmost to stay on the rock when river and sea met each other to stream back to the ocean together. Eventually I succeed in crossing, but now every single peace of clothes was soaked! The rest of our day was wet but without too big adventures and we reached the Heaphy Hut around 3:00 p.m. There, a warm stove was waiting and luckily my sleeping bag and clothes in my backpack were still dry. So we changed clothes and sat at the fire with a nice hot cup of tea.
The next morning the rain was stopped and the torrents were changed in quietly streaming creeks, so we could enjoy the beautiful surroundings and passing weka’s (a New Zealand chicken-like bird that can’t fly). Along the riverside of the Heaphy river we hiked land inward climbing to the James McKay Hut and had gorgeous views over the river and the surrounding mountains. Unfortunately our night was a bit worse, together with 11 people in a room and one man terribly snoring. For us a good reason to walk a hut further than planned the next day to have the Gouland Downs Hut all to our selves that night. This was a cozy, small hut, without gas, but with a great open fire. All perfect, accept for the outside toilet. All the parks here have toilets. In this way they hope to prevent the spreading of diseases like giardia. So you can drink from all rivers and creeks. When I entered the toilet there were lots of mosquitoes. Ok that was tolerable, but when I wanted to sit down they came with swarms out of the jar and that was really a scary experience . I let everything open and it was much safer the next morning.
The 4th day we only had a 2 hours hike and stayed much longer in our sleeping bags. Perry Saddle Hut was again a big modern cabin and even so filed up. Now I had a very restless upper-neighbor but no snoring in the room. The last day we started early, this time to descend through a beech forest to the end of the track. We arrived there far to early for the appointment with our transporter and decided to continue hiking for 1.5 hour to cross all the rivers (on our teva’s) since they are sometimes difficult to pass for normal cars like ours. Just after passing the last one we saw our car coming. Talking about good timing! At 5:00 p.m. we were save and sound at home and enjoyed a well deserved and needed shower, and delicious food and drinks. Altogether a superb experience.